Vis moet zwemmen, ik niet

Iedereen die mij een beetje kent weet dat ik niet van een bord vol vis hou. Van een een bord met slechts een klein beetje vis ook niet trouwens. Daarnaast weet iedereen die mij een beetje kent dat ik af en toe een beetje stoer doe en nooit snel toegeef dat ik ergens bang voor ben. En toegeven dat ik iets niet kan? Dat zal ik vrijwel nooit doen, zeker niet als ik net “Eigen huis & Tuin” heb gekeken. Alhoewel de meeste mensen daar dan ook wel weer vrij makkelijk doorheen prikken, zeker sinds de speech van Ivo op ons huwelijk (nog bedankt daarvoor). Maar per vandaag zal ik er dan maar eerlijk voor uitkomen: ik kan niet zwemmen met flippers aan. En ook levende vis is niet aan mij besteed. En dat is nog mild uitgedrukt. Hoe dat komt? Dat zit zo:

De afgelopen dagen hebben we in Mozambique doorgebracht. En aangezien de hoofdstad Maputo nou niet echt het toonbeeld was van cosmopolitische metropool, hebben we de bus genomen naar het strand bij Tofo. Tofo zelf is ook niet veel bijzonders, maar het strand doet erg aan dat van Zanzibar denken. Aangezien dat vier maanden geleden ook erg goed beviel, leek het ons een veilige keuze om heen te gaan.

Eenmaal aangekomen in Tofo, bleek dat onze verblijfplaats ook een duikschool omvatte. En laat het stuk zee buiten Tofo nu net dé spot zijn om walvishaaien te spotten. Voor degenen die de laatste tijd niet naar National Geographic hebben gekeken, de walvishaai is de grootste vis ter wereld. Een gemiddeld exemplaar is 7 tot 8 meter lang, met uitschieters naar 18. Kortom, een flinke jongen die leeft op plankton en met een voor haaien verrassend goed humeur, zodat ernaast snorkelen prima kan. Vrijdag was het dan ook zover. San en ik klommen met een paar anderen in een speedboot en schoten door de branding heen op zoek naar een uit de kluiten gewassen visstick.

En om maar meteen met de deur in huis te vallen, we hebben helaas niet een walvishaai van dichtbij ontmoet. Wel eentje gezien, maar terwijl iedereen nog zijn of haar flippers probeerde aan te doen in de behoorlijk heftig schommelende boot (ondergetekende voorop) vond Moby Dick het wel weer genoeg en verdween in de diepte. Wel zijn we een aantal andere beesten tegen gekomen. Dolfijnen bijvoorbeeld. En een stuk vis dat me heeft overtuigd dat vis echt niet iets voor mij is, dood of levend: een manta-ray.

Op zich zijn het onschuldige beesten, die manta-rays. Degene die ik ben tegengekomen zal dat ongetwijfeld ook zijn. Alleen kwam dat beest dus recht op me af. En dan zijn ze toch best groot (2-3 meter breed). Te groot wat mij betreft. Ik geef eerlijk toe dat het beest zelf helemaal niets misdaan heeft, behalve in een rechte lijn door de zee zwemmen. Helaas had ik de pech, of het geluk, of de onkunde, om net op diezelfde lijn uit de boot te springen. Zo ongeveer een meter voor het beest zelf. En dat is behoorlijk dichtbij. Om een referentie te geven van de nabijheid van Ray: de Franse dame die ongetwijfeld dacht dat het een goed idee was om naast mij in het water te springen gilde het letterlijk uit. Na 5 minuten met mij in de boot dacht ze natuurlijk dat ik één of andere duikgod was (een snorkel staat me ook uiterst goed). Wist zij veel. En nee, ik gilde zelf uiteraard niet. Er zat namelijk een plastic pijp in mijn mond waarmee ik probeerde naar adem te happen. Die pijp voorkwam dat het geluid dat ik probeerde te maken (OH F##K!!!!) het ook echt tot aan de oppervlakte haalde. De manta zelf dook uiteraard heel soepeltjes onder ons door, en verdween uit het zicht, achtervolgd door een groepje flippende bleekscheten. Dezelfde groep als die in onze boot zat, -1 persoon. Ik. Naar het nu blijkt kan ik namelijk helemaal niet zwemmen met flippers aan. Ik dreef dan ook nog gewoon op ongeveer dezelfde plek als waar ik 5 minuten daarvoor begonnen was met zwemmen. Ik kwam echt niet vooruit, wat ik ook probeerde. Waarom het mij niet lukt weet ik niet precies, maar ik hoor San nog zeggen: gewoon je benen bij elkaar houden en trappen…..juist.

Enfin, de rest van de boottocht was er geen vis, hooguit een demonstratie van mijn kant van iets wat nog het meest op puppyzwemmen leek. De conclusie van vandaag is dan ook even simpel als oprecht, als ongewoon voor mijn doen: ik hou niet van vis, zwemmend of op mijn bord. En voor hele grote zwemmende grote vis ben ik geloof ik zelfs een beetje bang…. En het belangrijkste: met flippers aan zwemmen kan ik niet. Misschien dat eigen huis en tuin er een aflevering over kan maken?

Een reactie op “Vis moet zwemmen, ik niet”

  1. Janette schreef:

    Hilarisch!!!

Reacties zijn gesloten.